De eerste week van november, van 1 tot 5 november, hadden we een stage van cultuurweb op een basisschool. Ik stond samen met Niek ingeschreven bij de Verburch-hof in Poeldijk. Deze school was bezig met een project over het Wilde Westen (wat uiteindelijk helemaal niet over het Wilde Westen bleek te gaan).
Helaas begon de week voor mij niet zoals gepland, op maandag had ik de begrafenis van mijn opa, waardoor ik de eerste dag miste, meteen aansluitend daaraan moest ik in quarantaine, dus ook dinsdag en woensdag miste ik. Gelukkig heb ik dinsdag wel online mee kunnen maken, waardoor Niek en ik wel samen een programma samen hebben kunnen stellen.
Dinsdag zijn Niek en ik bezig geweest om een lesplan uit te schrijven voor de drie lessen die we zouden gaan geven. Woensdagavond, nadat Niek zijn eerste les had gegeven, hebben we er samen nog op gereflecteerd. Donderdag was ik er klaar voor om mijn eerste les te geven!
We begonnen de les met een energizer. Iedereen sloot zijn ogen en we gingen tellen, beginnend bij het cijfer één, dan twee en zo voorts. Als meerdere leerlingen tegelijk een cijfer zeiden, moesten ze weer vooraf aan beginnen. Deze energizer zorgde ervoor dat de kinderen meteen bij de les waren, en het was een leuke ijsbreker.
Hierna stelde Niek en ik ons kort voor.
Daarna legden we de opdracht uit en de eisen die erbij hoorden. Als we dat hadden gedaan introduceerden we de categorieën door middel van plaatjes op een PowerPoint. Toen we daarmee klaar waren, gingen de kinderen in groepjes zitten en kozen ze een thema, waarover ze daarna gingen brainstormen door middel van een woordweb. Na een paar minuten wisselen ze deze woordweb uit met een ander groepje, die het woordweb aanvulden. Daarna wisselden ze het woordweb weer terug, en mocht het groepje vijf woorden omcirkelen waar ze verder mee wilden.
Nu was het tijd om aan de slag te gaan. Met één persoon per groepje mochten ze materialen gaan halen aan de materialentafel.
Na het opruimen heeft ieder groepje zijn werk laten zien en hebben we er wat vragen over gesteld.
Het eerste wat ik van deze stage heb geleerd, is dat het heel erg belangrijk is als gastdocent om dingen af te spreken met de docent van de leerlingen. Zo is het goed om af te spreken hoeveel de eigen docent zich ermee gaat bemoeien en wat het stilteteken is wat gehanteerd wordt.

Daarnaast heb ik ook veel geleerd over basisscholen. Voor mij is het al weer 8 jaar geleden dat ik van de basisschool af ging, maar tijdens mijn stage heb ik ontdekt hoe belangrijk het op een basisschool is om soms de rust te herpakken en klassikaal iets te zeggen. Ook is het goed om regelmatig de opdrachteisen te herhalen. Het is goed om bepaalde regels te stellen, zoals één persoon per groepje materialen halen, om de chaos te beperken. Ook is het belangrijk om op tijd te beginnen met opruimen.
Ik heb ook geleerd dat kinderen enorm creatief zijn, als ze het soms niet meer weten, hoef je ze maar een klein duwtje te geven, en dan gaan ze weer vol goede moed aan de slag. Het is goed om wat richtlijnen te geven, maar ook vrijheid om te maken wat ze zelf willen en dus niet 30 dezelfde werkjes maken.
Uiteindelijk is deze stage niet zo goed bevallen. Ik voelde me erg oncomfortabel door de sfeer die op de school heerste. Zo gaven we les bij een juf die iedere 10 minuten wel heel boos uitviel en ging schreeuwen tegen een leerling. Ook bij leerlingen onderling heerste er een grimmige sfeer, zo gingen op den duur in een klas leerlingen elkaars werk kapot maken. De sfeer was dus erg onveilig. Ik voelde me ook niet erg serieus genomen door de juffen en de school was nog erg traditioneel op gebied van kunst. De ene dag dat ik op deze school ben geweest, zoog alle energie uit me. Ik had aan het einde van de dag het idee dat het ons niet was gelukt om de sfeer echt goed te krijgen, terwijl ik juist graag had gewild dat de leerlingen een leuke les hadden, dus ik was niet echt tevreden. Wel was ik heel erg blij en positief verrast met alles wat de leerlingen hadden gemaakt. Dit inspireerde m. Ook was ik blij dat er in ieder geval wel leerlingen blij naar huis gingen met hun werk. Ook de juffen waren positief, ze vonden het leuk dat iedereen iets heel anders had gemaakt, terwijl ze normaal altijd met 30 dezelfde werkjes eindigen. Toch overheerste voor mij helaas het negatieve gevoel.
V
e
r
b
u
r
c
h
-
h
o
f
P
o
w
e
r
P
o
i
n
t

d
i
a
L
o
c
o
m
o
t
i
e
f
E
i
n
d
p
r
o
d
u
c
t
e
n
H
e
t

p
r
o
c
e
s
V
i
t
r
i
n
e
k
a
s
t

m
e
t

w
e
r
k
e
n
W
a
g
o
n

e
n

t
i
p
i
Reflectievideo
Lesplan