Een beeldend vak wat ik deze periode had, was het vak 2D, van de docente Noelle. Bij dit vak hebben we veel met verf gewerkt, maar andere materialen mochten ook. We begonnen met lessen over kleur en vorm, we hebben kunstenaars onderzocht en nagedaan en zijn uiteindelijk ons eigen handschrift gaan ontwikkelen. Hier vindt je mijn reis door dit vak.
Grijs mengen met alleen primaire kleuren en wit, dit was een stuk lastiger dan verwacht!
Overgangen tussen complementaire kleuren.
Onderzoek naar kleuren mengen aan de hand
van kunstenaars:

1. Seet van Hout
2. Helen Frankentaler
3. Margaret Kilgallen
4. Michiel Schrijver

Ik ben erachter gekomen dat kleuren mengen best wel lastig kan zijn, en dat ik soms te snel tevreden ben. Ik ga liever lekker aan de slag dan dat ik minutenlang zit te mengen.
1
1
2
2
3
3
4
3
Na de kleurenonderzoeken ging ik monochroom werken, met alleen zwart en wit. De meeste schilderingen zijn op A2, met als uitzondering de schildering van de prullenbak, die is op A1 formaat.

Ik kwam erachter dat ik het best leuk vond om monochroom te werken, omdat ik zo los kon gaan met contrast, en dat beviel me wel.
Mijn all Stars en de vloer
De prullenbak en mijn tas
Uitzicht uit het raam van een bouwterrein
Kruk met verfpalet
Stellage met hangende stekkerdoos
Veerle aan het schilderen, diagonaal
We gingen kunstenaars imiteren. Een kunstenares die mij fascineerde was Margaret Kilgallen, door haar precieze, illustratieve stijl. Zij was dus de eerste die ik onderzocht.
Ik vond het super leuk om Margaret Kilgallen na te doen, maar merkte ook dat ik het iets te veel gepriegel vond. Ik heb haar ook nog op knutselvilt en riggel karton nagedaan, dat was interessant, maar wel heel erg lastig, omdat ze zo precies werkt.
Omdat ik zwart-wit werken ook leuk vond, ben ik, geïnspireerd door Hillegon Brunt, dat weer gaan doen. Het eerste schilderij, met als thema 'en 'gewoon dood", fascineerde me, maar daarna liep ik een beetje vast en was ik niet meer zo tevreden met wat ik maakte. Wat ik wel leuk vond, was schilderen op de hoes van een Sproojesland plaat. Hoe de schildering en de ondergrond elkaar beïnvloedde inspireerde me.
Na Hillegon Brunt heb ik de stijl van Esiri Erheriene-Essi uitgeprobeerd. Dat beviel echt enorm goed. Ik voelde meteen weer mijn voorliefde en passie voor portretten, dat is toch echt wat mij gelukkig maakt. Daarna heb ik nog, een beetje geïnspireerd door Seet van Hout's kleurenpalet, geëxperimenteerd met acryl en transparantie en vetkrijt. Ten slotte ben ik nog begonnen met een imitatie van een tekening van Charlotte Schleiffert, maar daar had ik het geduld niet voor, hoewel ik dat nog wel eens zou willen proberen, omdat het gebruik van potlood me toch ook wel fascineerd.
Toen maakte ik een soort doorbraak mee. Ik ging weer portretschilderen! Maar ik wilde wel nieuwe dingen proberen, zo nam ik in de eerste paar schilderijen een alledaagse handeling als onderwerp; iemand die een kopje koffie aan zijn lippen zet, het kijken naar een filmpje op een telefoon, het rechtzetten van een bril en het roken van een sigaret. In latere schilderijen werd kleur steeds belangrijker, ik nam een kleur als uitgangspunt, donkergroen, lila, pastel of donker, geeltinten. Ook heb ik goed nagedacht over achtergronden, moet die contrasteren in kleur, in hardheid of iets anders met de voorgrond, of moet het juist één geheel zijn. Met deze dingen heb ik geëxperimenteerd. Kleur en kwaststrepen waren hierin erg belangrijk.
Daarna raakte ik geïnteresseerd in wat fantasie-achtigere onderwerpen in mijn portretten. Hier ben ik uiteindelijk niet mee doorgegaan, maar zou ik wel weer eens naar willen terugkeren.
Ook een ongewone, diagonale positionering van het onderwerp heb ik uitgeprobeerd, maar helaas vergeten om af te maken.
Bij het linker schilderij had ik wat stukken uit het papier gescheurd, om te kijken wat voor impact dit zou hebben op het schilderij, maar dat beviel me niet zo goed, het voelde doelloos en random.
Die week erna begon ik in de trash-hoek bij Blaak. Hier scharrelde ik wat dingen bij elkaar die me leuk leken om te beschilderen. Ik wilde weer experimenteren met verschillende ondergronden. Ik verschillende dingen geprobeerd. Ik heb geprobeerd de schildering niet te maken laten hebben met de ondergrond. Het was geen reactie erop, maar toch gingen voorgrond en achtergrond interactie met elkaar aan. Ik heb ook geprobeerd tegenovergestelde kleuren te gebruiken op de voorgrond, in plaats van pastel, fel en harde kleuren. Of juist de kleuren op de voorgrond te laten rijmen met de kleuren op de achtergrond. Ook heb ik geprobeerd het onderwerp van de voorgrond te laten reageren op het onderwerp van de achtergrond. Ten slotte heb ik nog geschilderd op bakpapier, wat ook leuk was, omdat het transparant is.
Uiteindelijk ben ik dus uitgekomen bij portretten, ik ben nog lang niet uit geëxperimenteerd, en zal dit ook nooit raken, maar momenteel wil ik nog verder experimenteren met schilderen op een bepaalde ondergrond. Niet op wit papier, maar op iemand anders werk, of op andere materialen. En ook experimenteren met kleur, onderwerp en stijl.